top of page

It’s raining men, hallelujah! it’s raining men!

Bijgewerkt op: 31 jul. 2023


♪ ♫ It’s raining men, hallelujah ♫ it’s raining men ♪.


Hey, how, hola, mag het wat minder met dat kabaal, ja? Ik hoor mezelf bijna niet meer.

Wat een ellende. In mijn tijd, voor de oorlog, zouden de Spice Girls nooit tot in de blog geraakt zijn. NOOIT. Laat dat gezegd wezen aan het bestuur van de Sterrenwacht. Wat zullen we nog allemaal krijgen? En dan die teksten… It’s raining men… Hoe halen ze het in hun hoofd…


En toch… Er was natuurlijk…

Weet je wat, zet jullie allemaal in een halve cirkel, ik ga eens iets eigenaardigs vertellen.

- Ik ben maar alleen, professor, ik kan niet in een halve cirkel zitten.

- Geen uitvluchten, jongeman. Doe toch maar wat ik vraag.


Lang geleden, toen ik nog jong was, ging ik naar de bioscoop om de Spielberg-film “Close Encounters of the third kind” te zien. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Het was op de Korenmarkt, hier in Gent, in zaal ‘PLAZA’. Sedert een jaar of vijf is de naam van die zaal in ‘SFINX’ veranderd.

Ergens in het midden van de film worden gigantische cumuluswolken getoond. Ik weet nog dat ik dacht: nice try, Spielberg, maar daar trap ik niet in. Reusachtige wolken van die grootte bestaan nu eenmaal niet.

Jaren later liep ik rond in Cheyenne, Wyoming, in de buurt van het Yellowstone Park. De wind kwam uit de richting van de Grote Meren en toen begreep ik mijn vergissing. Sorry, Spielberg, die kolossale wolken bestaan wel degelijk. Mens, wat waren dat knoerten, zeg. Ik heb me zelden zo klein gevoeld. En dat is echt niet mijn gewoonte.


Dat brengt me naadloos bij een luitenant kolonel van de U.S. Air Force. Wiilliam Rankin. Deze man was piloot en vloog in juli 1959 door een grote cumulonimbus in de staat Noord Carolina. In zijn machine hoorde hij plots een luide klap, de motoren vielen uit en het brandalarm ging af. Op dat ogenblik bevond hij zich op een hoogte van 15.000 m. hoogte.

- Is dat nog in de troposfeer, Pieter Jan de Weerman?

- Euh, nee, professor. In de zomermaanden komt die hoogte reeds overeen met de stratosfeer, of toch minstens de zone tussen de twee: de tropopauze. De buitentemperatuur moet dan rond de – 50°C geweest zijn.


Goed. Welnu, die brave man kreeg het order om de schietstoel van zijn Crusade Jet Fighter te gebruiken. Hij bleef koelbloedig, nam de juiste positie aan en volgde het order op. Zonder drukpak en met een intens gevoel van kracht onder zijn stoel vloog hij door het dak van zijn toestel, dat zich snel van hem verwijderde.

Aanvankelijk voelde hij niets; even later trof de ijskoude pijn zijn hele lichaam, alsof duizenden wespen hem staken. Maar lang duurde dat niet. Zijn lichaam reageerde met een intens gevoel van hitte. Al was die sensatie nog korter. De intense pijn begon weer te overheersen. Plus de indruk dat zijn lichaam overal aan het uitzetten was. Zelfs in de ogen, die probeerden uit het hoofd te springen. Een kop die leek gespleten te worden. En de hersenen zelf, die dachten: dit overleef ik niet. Door het helle zonlicht dat regelmatig in zijn oog kwam wist hij twee dingen: hij had zijn vizier verloren en spinde rond zijn as. Het gevoel dat hij viel was er aanvankelijk niet, enkel een eigenaardig gezoem. De ogen begonnen de vreemdste kleuren te zien, vooral nuances van purper en oranje.

Daarna werd alles wit, een teken dat hij de bovenkant van het wolkendek bereikt had. Pijn, intense pijn, en plotseling: het besef dat hij nog steeds bij bewustzijn was. Maar ook het besef van nog steeds te spinnen in alle mogelijke richtingen, het besef dat zijn ledematen hopeloos zwaar waren en dat hij een zuurstofmasker ter beschikking had. Aan zijn verstand lag het niet: hij wist uit zijn opleiding dat hij snel het masker moest opzetten, zo niet zou hij toch het bewustzijn verliezen voor hij de hoogte van 10.000 meter zou bereiken.

Het masker flapperde langs zijn gezicht. Maar de armen gehoorzaamden niet. Hij pompte zichzelf moed in. Elke seconde die hij viel werd de lucht denser. Zijn omgeving werd grauwer en mistiger. Hij vatte weer moed toen hij voelde dat zijn rechterarm aanstalten maakte om toch weer de commando’s van de hersenen te volgen. Het lukte om het mondstuk van het masker op zijn plaats te krijgen. Zijn benen voelden als rubber, maar dat kon hem niet schelen: het zuurstofmasker hing voor de mond en dat was van cruciaal belang. Pas later zou blijken dat de slang van de zuurstof gebroken was. Hij kreeg een raar besef in zichzelf. Het gevoel dat zijn kansen op overleven stegen, dat hij beetje voor beetje terug zelfcontrole kreeg en verder de eigenaardige gedachte dat hij de hele ervaring zou kunnen rapporteren. Later. Als eerste mens die op 15.000 meter hoogte in de lucht gekatapulteerd was tijdens een onweer. Zijn parachute kon zich elk ogenblik openen. En als dat niet automatisch gebeurde op ongeveer 3 km. hoogte, dan kon hij die ook manueel opentrekken. Wacht eens even. Hij had geen idee op welke hoogte hij zat. Kon hij het automatisch systeem, zeker in deze omstandigheden, vertrouwen ? Was het niet verstandiger nu reeds aan het koord te trekken?


Maar hij werd afgeleid door iets anders. Zijn aandacht werd alweer verlegd naar iets dat over zijn nek stroomde. Na een wreef met zijn hand wist hij dat het bloed was. Achteraf zou blijken dat het bloed, wegens de decompressie, uit neus, ogen en oren kwam. Hij kreeg in de gaten dat de rechterhandschoen sterk opgezwollen was, i.t.t. de linker die hij reeds kwijt gespeeld was. Intuïtief trok hij ook de rechterhandschoen uit. Te laat beseffend dat zijn linkerhand reeds bevroren aanvoelde en dat zijn rechter nu hetzelfde lot zou ondergaan. Toch was hij ergens best tevreden over zichzelf. Vitale gegevens die achteraf nuttig konden zijn had hij in zijn geheugen opgeslagen. Hoogte waarop hij de schietstoel gebruikt had, het tijdstip – daarbij keek hij nog even op zijn uurwerk – en kreeg opnieuw een schok. Volgens zijn berekeningen had hij op dat ogenblik reeds de grond moeten bereikt hebben. Hoe kwam dat ?


Ja, Pieter Jan, de Weerman, hoe kan jij dat eigenlijk verklaren ?

- Wel, professor, het is tamelijk eenvoudig. In een cumulonimbus komen zeer hevige windstoten voor. Niet alleen horizontaal, maar vooral stijgend en dalend. Hagelsteentjes reizen op die manier verschillende keren naar boven en naar onder in de wolk, waardoor ze bijzonder groot kunnen worden. Ongetwijfeld werd ook de massa van Rankin één of meerdere keren door een stijg- of valwind meegenomen. Aan het verhaal te horen, meer door stijg- dan door valwinden. De up- en downdraft kunnen echt gekke snelheden halen, weet u.


Dat kan kloppen, Pieter Jan. Achteraf is trouwens gebleken dat de bewuste wolk één van de grootst bekende onweders boven Noord Carolina geweest is. Een lichte bries streelde zijn gezicht en plots dacht hij opnieuw aan het probleem van de hoogte: de luchtdruk in een donderwolk kan rare sprongen maken en misschien was het parachutesysteem om te openen op 3 km. hoogte misleid? Dat zou betekenen dat hij nog veel hoger hing.

Toen raakte Rankin wel in paniek. Hij pakte dus de greep aan de manuele bediening van het valscherm en besloot te trekken. Net op dat ogenblik kreeg hij een schok door het hele lichaam. Hij besefte dat het automatisch systeem dan toch zijn job gedaan had op ongeveer 3.000 m. hoogte. Een hele opluchting. Hij trachtte omhoog te kijken om de parachute te zien, maar zag enkel duisternis. Dat was niet erg, de touwen rondom hem bewezen dat de zijde zijn werk deed. Opnieuw wat hoofdrekenen. Hij moest op 3 km. hoogte hangen en zou over 10 minuten beneden zijn. In de kneukel van zijn hand zat een diepe snede en zijn kleine vinger hing slap naast de andere. Gebroken dus. Zijn toestand van lichtjes verminderd bewustzijn behoedde hem voor de meest intense pijn.

De rest van zijn lichaam zag er redelijk intact uit en hij begon reeds na te denken over de procedure voor het geval hij in water zou terecht komen. Rankin was blij dat hij nog leefde, dat hij vermoedelijk het bewustzijn nog geen ogenblik verloren had en de kwetsuren waren een zorg voor later als hij terug op de begane grond was. Wat hij niet besefte: het ergste moest nog komen. Een heel felle helle lichtflits en een donderslag die door merg en been ging. Niet één keer, maar keer op keer.

De donder kon hij beter voelen dan horen. Bij elke donderslag was het alsof hij wereldkampioen artrose was en alle gewrichten tegen elkaar schuurden. Constant flitsen rondom hem, de schrik dat de bliksem zijn valscherm zou raken. Bij elke donderslag trilden zijn tanden tegen elkaar en de omgeving werd pikzwart. Plots een rukwind. En nog meer rukwinden. Hij spinde weer rond en rond zodat ook zijn maaginhoud vond dat het welletjes was geweest en besloot om alleen verder te reizen. En plots was hij opgevouwen in eigen parachute. Hij dacht reeds aan een akte van berouw, toen hij heel rustig terug uit het scherm gleed en weer in de normale positie hing. Of nee, toch niet zo rustig. De hagelstenen begonnen toen als duizenden hamers op zijn helm te kloppen.

Als gedegen militair dacht Rankin: zodra ik de grond zie moet ik herkenningspunten memoriseren, en laat het in godsnaam geen water zijn. Na alles mag ik echt niet sterven in een slechte landing. Hij keek omhoog en zag de koepel van het valscherm. Hij zou nu wel dicht bij de grond zijn. En ja, hij zag vaag iets van groen beneden. Het regende nog steeds pijpenstelen en er was nauwelijks licht. Koortsachtig speurde hij naar sporen van bewoning, landschapslinten van straten. Uiteindelijk wist hij zich boven de rand van een bos en iets dat op een agrarisch veld leek. De parachute sturen was niet mogelijk, daarvoor was de windsnelheid veel te hoog. Net voor de impact klemde Rankin de tanden op elkaar en nam de houding uit zijn opleiding aan (in Korea had hij eerder valschermen gebruikt). Maar de zijden koepel raakte de tak van een boom en buiten wat heen en weer zwaaien, plus een botsing met de stam, viel de landing best mee. En toen lag hij op zijn linkerzijde op de grond. Eindelijk, na 40 minuten op en neer, had de cumulonimbus zijn speeltje gedropt. Met het laatste restje energie in zijn menselijke batterij stond Rankin op en zocht tot hij een zijweg gevonden had.

Een aantal bestuurders negeerden de haveloze, uitgeregende figuur, maar uiteindelijk stopte iemand en werd hij afgeleverd in een dorp, Ahoskie genaamd. Terwijl de ziekenwagen naar Ahoskie stoof, is Rankin van uitputting op de grond in slaap gevallen. De verwondingen bleken in het ziekenhuis al bij al nog mee te vallen zodat hij het jaar daarop terug zijn eenheid vervoegde.


Later zou hij zijn ervaringen neerschrijven in “The man who rode the Thunder” waarvan dit stukje een samenvatting was. En voor zover ik weet, is en blijft hij de enige mens ter wereld die ooit met zijn valscherm door een cumulonimbus gezweefd is.


Rankin is op 9 juli 2009 overleden. Exact 50 jaar na zijn dodentocht.


Prof. Ludwig Eensteen.



47 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page